Hoe waarschijnlijk is het dat je huis afbrandt? En hoe erg zou het zijn? Die vragen, maar vooral de tweede, zijn belangrijk om te bepalen of je je tegen een dergelijk risico gaat indekken en op welke manier. De toekomst is onbekend, je weet van tevoren niet of je dure voorzorgsmaatregelen straks de investering waard blijken te zijn. Maar niets doen is onverstandig.

Droomhuizen
Mijn neef in Californië is aannemer. Hij bouwt daar idyllische droomhuizen, vol praktische snufjes. Zo komt er altijd een stortkoker in de kleerkast van de master bedroom, die uitkomt in de wasruimte beneden.
Wildfires
Maar dit echtpaar had andere zorgen dan rondslingerend ondergoed. Hun toekomstige huis kwam te staan in een schitterend buitengebied met kans op wildfires: branden die een harde zuigende wind genereren en zich razendsnel en kronkelend verspreiden. Ieder jaar verwoesten deze branden gebieden waar natuur en bebouwing elkaar afwisselen. Met een temperatuur van rond de 1000 graden vreet het vuur zich de huizen binnen, waarbij het zich laat leiden door brandbare materialen in tuinen en gevels. De bewoners hebben vaak nauwelijks tijd om te vluchten. Als ze eenmaal door het vuur zijn ingesloten, zijn ze ten dode opgeschreven.
Zoekende vuurtongen
Kon mijn neef misschien, je wist maar nooit, een brandveilig huis voor hen ontwerpen? Hij kon niets garanderen, maar hij zou het proberen. Bij elke materiaalkeuze zou hij rekening houden met brandveiligheid. Zo kwam er extreem sterke dubbele beglazing met onbrandbare raamkozijnen. Buitenwanden waar zoekende vuurtongen kansloos aan mochten likken. Het werd een duur bouwproject, maar het resultaat stond als een, nou ja, huis.
Donderend geraas
Anderhalf jaar na de bouw gebeurde het onwaarschijnlijke. Er kwam een wildfire en het huis raakte ingesloten. Wanhopig verschanste het echtpaar zich, de ramen en deuren hermetisch gesloten. Ze belden met hun kinderen om afscheid te nemen. Toen stortte het vuur zich met donderend geraas op hun droomhuis. Het stel kon zich niet meer verstaanbaar maken, maar aan de andere kant van de lijn merkten de kinderen dat de verbinding in stand bleef. Na enige tijd werd de herrie minder en konden de ouders hun kinderen geruststellen. Het vuur had de omgeving in de as gelegd en was alweer op zoek gegaan naar een ander gebouw. Hun huis was blijven staan en zij leefden nog.
Hysterische onderneming
Dat brand erg is weet iedereen, maar hoe groot de kans op brand is, weten we meestal niet. In Nederland is die kans kleiner dan in Californië, maar toch overkomt het hier jaarlijks één op de 65 huishoudens. Reden genoeg om een verzekering af te sluiten en rookmelders op te hangen. En dan maar hopen dat die voorzorgsmaatregelen nooit hun nut hoeven te bewijzen.
Er zullen daar in Californië vast wel buren en kennissen zijn geweest die de bouw van een zo gepantserd huis indertijd een hysterische onderneming vonden. Maar inmiddels denken ze daar vast anders over. Iets met voortschrijdend inzicht.
Ontwrichtende gevolgen
Voordat ik afsluit, wil ik het nog even hebben over een ander risico: dat van een pandemie. Hoe erg zoiets is weten we inmiddels. De ontwrichtende gevolgen sijpelen door tot in de haarvaten van samenleving en economie. En hoe zit het hier met de kans? De vraag was niet zozeer óf we het zouden meemaken, maar wanneer en hoe vaak.
Toch overviel corona ons een jaar geleden, als een dief in de nacht. Eén voorzorgsmaatregel had de maatschappelijke ontwrichting alvast kunnen beperken: ruim voldoende IC-plekken achter de hand houden. Maar de IC-capaciteit was in de jaren ervoor juist afgeschaald.
Wat staat ons nog meer te wachten? Waarvoor zijn we op dit moment nog ziende blind?